Ik ben nogal gevoelig voor taal. Sommige mensen denken daarom dat ik homo ben.
Verkeerd taalgebruik ontgaat mij zelden. Mijn reactie erop houdt dan ergens het midden tussen mededogen voelen, geïrriteerd zijn of bulderlachen. Soms voel ik mij ook beledigd. “Ik krijg het er op mijn seuskes van,“ zo zou een goede vriend van mij het zeggen.
‘Ik krijg het er op mijn seuskes van’ is een mooie. Het is een creatieve samentrekking van ‘het op de heupen hebben’, ‘ergens de seskes van krijgen (van het Middelnederlandse acces, een soort van koortsstuipen), en seus, wat met de nodige varianten overal in Vlaanderen een deken betekent.
Waarom sommige mensen reeds na veel vieren en vijven in plaats van na veel vijven en zessen tot een overeenkomst komen is mij een raadsel, maar het lijkt mij wel veel prettiger. Over homoseksualiteit in de voetbal- of wielerwereld is al veel inkt gevloeid maar het is mij niet geheel duidelijk hoe het nu eigenlijk zit met de tolerantie dienaangaande in dat milieu. Alleszins liet een ploegleider zich in een vooranalyse van een zware rit op Radio 1 ontvallen dat “ze nog serieus uit de kast gaan mogen komen.”
Ook op die spreekwoordelijke kast wordt veelvuldig gevarieerd. Sommigen houden het op een ‘kastje’ waaruit moet worden gekomen, wellicht een verwarring met dat kastje en de muur waarvan deze of gene weleens naartoe wordt gestuurd. Dat die kast wel degelijk groot moet zijn, en dat homo’s bijvoorbeeld niet uit een la komen, kan worden opgemaakt uit de oorsprong van dat gezegde: dat gaat terug naar de uitdrukking ‘een lijk in de kast’, in de zin van een geheim dat nu eindelijk aan het licht mag komen.
Verkeerd taalgebruik betekent echter niet dat men verstoken zal blijven van de eeuwige roem. Kijk maar naar Frederik, even terug op Temptation Island, die aangaf ‘in principe een heel hoog libidos’ te hebben. Of recenter nog, naar Fabienne in het onnavolgbare Love Island. Maar dat ligt natuurlijk gewoon aan het feit dat ze naar eigen zeggen zoveel sekspupil heeft. Hilargisch!
