Kessel-Lo, 1 juli 2022
Dag Joost
Trek gewapend met een glimlach ons Vlaanderenland door en vraag in een willekeurige dorpsstraat aan voorbijgangers om “Samson en …” aan te vullen en je krijgt vrijwel altijd een spontaan en opgewekt Gert te horen. Slechts een enkeling zal aarzelend Delilah mompelen en neuriënd zijn weg vervolgen. Beide Samsons hebben twee zaken gemeen. Op hun hoogtepunt beleefden ze dolle avonturen. Zo hielp de Bijbelse Samson met een ezelskaak in de hand, duizend Filistijnen naar de Filistijnen en deed die andere Samson ook iets met een hand, maar dan zonder Filistijnen. De andere opvallende overeenkomst is hun weelderige haardos. Haargroei (en stijl), daar wil ik het vandaag over hebben.
Uit jouw laatste brief meen ik begrepen te hebben dat je bedenkingen hebt bij mijn stijlgevoel. Nu klinkt dat uit jouw mond alsof Johnny Cash – aka the Man in Black – kleuradvies geeft voor de verfwinkels van Colora, maar ik respecteer je mening en toon begrip. Dat je na jaren nachtwerk vervreemd bent van het leven dat plaats vindt tussen zonsopgang en zonsondergang neem ik je vanzelfsprekend niet kwalijk. Het helpt ook niet echt dat je zowat alles toetst aan de psychiatrie. Zo kom je natuurlijk snel uit bij figuren als Charles Manson, al vermoed ik dat je gezien mijn charisma evengoed de link met Ted Bundy had kunnen leggen. Ik zeg maar, die beroepsmisvorming daar moet je toch voorzichtig mee omspringen, voor je het weet spreken mensen achter je rug over die zonderling met zijn twaalf katten (al is het in jouw geval dan zonder katten omwille van die vervelende allergieën waarmee je al sinds je kindertijd worstelt). Mijn vestimentaire keuzes vat je samen door op die crèmekleurige espadrilles te wijzen. Mag ik even opmerken dat het Floris van Bommels zijn die ik in solden kocht bij schoenwinkel Mertens, correctie: Mertens Boutique. En moest er nog twijfel bestaan, enkele jaren geleden zag ik Brad Pitt over de rode loper flaneren in Cannes met een identiek paar aan zijn getalenteerde voeten. Ik zeg maar, de laatste bekendheid die jij zag lopen met iets dat uit jouw kleerkast had kunnen komen was Zwangere Guy op het podium van Hiphop Haacht.
Maar genoeg over stijl, laten we het even over haar hebben. Langs vaders kant gaan de meeste mannen van ons geslacht getooid met een slijtvaste haarinplanting. Ik heb nog enkele nonkels rondlopen die de negentig gepasseerd zijn en nog elke ochtend hun weerbarstige manen kammen. Langs moeders kant daarentegen herinner ik me vooral gepolijste schedels die zo hard blonken dat ze tijdens de oorlog moesten worden afgeplakt bij elk luchtalarm. Ik heb veel meegekregen van vaders kant, alleen jammer genoeg niet de dakbedekking. Al zag het er jarenlang veelbelovend uit. Het echte uitdunnen begon pas op latere leeftijd en toen had ik mijn stoffelijkheid al aanvaard. Vandaag draag ik mijn Jason Statham-kapsel met trots.
En toch mis ik het soms, met lange druipende haren vanonder de douche komen. Het had iets woest, iets dierlijks, een beetje rock ‘n roll. Als kind keek ik op naar mijn oudere neven die hippiegewijs langharig en stoer doorheen de jaren zeventig rebelleerden (langs vaders kant dan toch – langs moeders kant kwamen de oudere neven één broer te kort om een set petanqueballen te vormen). Pas in de late jaren tachtig durfde ik het aan. Het waren mijn jaren van viriliteit en kracht. Schouderlang al dan niet in een paardenstaart gebonden. Niemand deed me wat!
Samen met de studentenjaren verdwenen de lange haren en nu ik erover nadenk ook de oerkracht van mijn jeugd (zit er dan toch waarheid in dat Samsonverhaal – die van de Bijbel welteverstaan, niet die van meneer Spaghetti). Wat ik echter het meest mis, zijn de occasionele visites aan de coiffeur. (Vandaag heeft die wat belegen term plaats gemaakt voor de barbier of de barbershop. Hoe cool klinkt dat!) Die geoefende vingertoppen die de schedel terug in zijn plooi masseren, de grunge-klanken van de tondeuse, de flikkering van het scheermes, de zalving met jojobaolie en de geur van cederhout en tabak uit een flesje. – En zo zijn we bij mijn baard aanbeland. Geen radicalisering, geen psychoses, geen hipsterbevlieging, geen midlifecrisis. Gewoon, nog een keer in zo’n verchroomde coiffeurstoel mogen klimmen en de wereld achter mij in spiegelbeeld aanschouwen terwijl een vakman me zijn persoonlijke en onverdeelde aandacht schenkt en met opgerolde hemdsmouwen en getatoeëerde voorarmen alles boven de schouders terug in vorm knipt en als finishing touch snorwax en baardboter* aanbrengt.
Dát Joost, is de echte reden van mijn plotse gezichtsbegroeiing, een eenvoudig verlangen naar wat eigenliefde en verwennerij. En natuurlijk ook een beetje om mijn mannelijkheid te etaleren. – Al vermoed ik dat ook Charles Manson uit eigenliefde handelde en naar verwennerij op zoek was, maar die analyse laat ik aan jou over.
Tot scheers!
Je kozijn Koen
PS: als je zelf eens de full barbershopervaring wil opdoen, kan ik je met veel plezier Vegas Barbier & Haarsnijder in Wilsele aanraden. Vraag naar Koen, Piet, Jo of Max. – Je komt er beter buiten dan je er binnen gaat!
Vind je deze blog wel wat hebben? Geef hem onderaan een hartje! Delen op Facebook of Twitter kan ook: klik op de knop linksonder en klaar.
2022, 10 juni, Vegas Barbier & Haarsnijder, Wilsele-Putkapel (België). Foto: barbier Piet. Model: barbier Koen.
* ‘Snorwax en Baardboter’ is geen stripreeks uit de vorige eeuw zoals Kwik en Flupke of Robbedoes en Kwabbernoot, maar zijn echte verzorgingsproducten voor personen met een baard en/of snor. Zelf gebruik ik momenteel Satan's Bluff van het merk Dutchbeards, al schijnt Beard Butter Fjord van Mad Viking ook heel goed te zijn.
Vegas Barbier & Haarsnijder: Vegas-barbier.be, FB/IG: @vegas.haarsnijder/@vegas.barbier.
Deze brief is een reactie op het stukje Daar is de snor weer!. Dat lees je hier.
Meer van Koen op www.koenvandenborre.be en op Instagram (@koenvdborre/@haikuoen). Mis niks van hem en schrijf je in op zijn nieuwsbrief.
Dit is de laatst brief uit de rubriek Brievenpost. Lees je ze graag nog eens allemaal netjes onder elkaar na? Dat kan hier.
Comentários