Novelle
In De avond overschouwt de held, Joost, een wat onbevredigende date en de uren daarna in de stad. Gerard Reve’s De avonden dient als insteek.
De avond is ook als luisterboek beschikbaar op uw favoriete podcastkanaal of rechtstreeks hieronder. De novelle werd 'ingelezen' door de de oude Reve zelf.
HIJ KEEK EVEN OM ZICH HEEN OM DE STILTE WAT TE DOORBREKEN. ‘Om de een of andere reden trek ik vrouwen aan die zich in een hobbezak hijsen.’ De vorige keer had ze een bloesje met een diep decolleté aan. Om nog maar te zwijgen over wat ze vorig jaar droeg, op die warme zomeravond. Toen ze naast elkaar zaten, en ze maar niet van zijn lijf kon blijven. ‘Wat is er eigenlijk zo mis met je vormen te tonen?,’ vroeg hij zich af. ‘Al die hersenspinsels die daarbij worden gemaakt! Zolang iedereen zijn poten thuishield was er toch niks aan de hand?’
‘Goed, de cremosa, de bruschetta, de burrata en het pizzabrood,’ nam hij het even van haar over. ‘Is dat Bram?’ Hij wenkte, een beetje lukraak, in het rond. ‘Zou mij dat nu ook staan,’ vroeg hij zich af, ‘zo’n kaal hoofd met een volle baard?’ Hij liep er een beetje slordig bij. ‘Mijn haar is te lang en mijn baard staat te wild. Ik zou eens naar de kapper moeten en die baard trimmen. Maar dan ga ik er meteen zo homo-achtig uitzien. Ik ben altijd op mijn hoede voor iets te goed gekapte mannen. Zorgen dat ik er nu zelf geen wordt.’
‘De cremosa, de bruschetta, de burrata en het pizzabrood,” liet hij, op vastberaden toon, Bram opnemen. ‘En doe mij er een Duvel bij,’ voegde hij er even fors aan toe, zelfs een beetje roepend. ‘Wij hebben geen Belgische bieren,’ zei Bram. ‘Enkel Moretti van het vat, en Sanpellegrino Ginger Beer, dat is, uiteraard, met gember.’ ‘Wat is dat nu weer,’ trachtte hij zich voor Stéphanie te redden. ‘Volgens mij hadden ze hier vroeger wel gewoon Belgische bieren. Wat een profileringsdrang toch weer …’ Stéphanie keek in het rond. ‘Dit is toch de stad van de bierfeesten, niet?,’ bleef hij zich opwinden. Naast hen deed een paartje zich tegoed aan hele hoop vlees. Ze aten niks anders. ‘Wist je dat ze de vermelding Leuven uit het logo van Stella Artois hebben gehaald?,’ sprak hij luid en verontwaardigd. ‘En dat het International Beer Festival sinds vorig jaar niet langer welkom is in deze stad?’ Een slungel bracht de drankjes. ‘Ach zo, zo begin je dus hier,’ zei hij smalend tegen de jongeman. ‘Met drankjes brengen. Dank je wel, jongen!’ Hij hief het glas terwijl hij voor de eerste keer die avond diep in Stéphanies ogen keek. ‘Oké, dus dan maar dat fluitjesbier. Schol!’ Het klinken kostte haar opvallend veel moeite. Ze was het duidelijk niet van plan, en al helemaal niet terwijl ze elkaar in de ogen keken. Het lukt maar net, en niet van harte.
‘En hoe gaat het intussen met je?,’ vroeg hij. Hij wist nog niet zo erg lang dat ze ging scheiden. Hij had haar op date gevraagd, een beetje al grappend, toen ze hem antwoordde met: ‘Ben uit elkaar aan het gaan met m’n man. Even chaotisch nu.’ Onlangs, op het verjaardagsetentje, vroeg hij haar ook al hoe het met haar ging. ‘Het is nog allemaal erg vers,’ zei ze toen. ‘Het gaat wel.’ ‘En met de kinderen?,’ ging hij verder ‘Het is zover,’ bedacht hij zich, ‘hier komt de homovriend.’ ‘Ik woon nu op een appartement in Pellenberg,’ zei ze. ‘Dat is verdorie bij mij om de hoek,’ dacht hij, dat schiep mogelijkheden. ‘Govert kwam al eens langs, Thomas ook.’ ‘Was dit een uitnodiging?,’ vroeg hij zich af. ‘Ben ik nu eigenlijk een beetje op het goede spoor met mijn afspraakje? Zit ik hier nu niet stiekem een vrouw, ontheemd en van een relatie bekomend, te bespelen?’ Alleszins, nu de eerste date een beetje officieel was, of tenminste was dat toch wat hij zich erbij inbeeldde, was het meteen een pak minder intiem. Of misschien fantaseerde hij ook dat. Niet elke vrouw is gewillig, besefte hij al lang. ‘Ik moet me behoeden voor een desillusie,’ zei hij tegen zichzelf. Maar misschien ben ik voor een aantal vrouwen dan toch wel een aantrekkelijke man.’ Dat was een zeer bevreemdende gedachte die echter steeds meer daagde. Maar wat daarmee dan precies te koop was, dat was niet helemaal helder. ‘Ze vinden het kennelijk fijn om in mijn gezelschap te vertoeven,’ dacht hij al vaker. De vraag was alleen maar waarom. Hij had zichzelf nooit als een seksobject gezien. Niettemin was zijn seksleven, voor zover hij dat had genoten, altijd erg bevredigend geweest. ‘Ik sekste nooit veel,’ zei hij tegen iedereen die het horen wilde. ‘Maar wel altijd in eerste klasse.’ Aantrekkelijk zijn voor vrouwen was zowaar een nieuwigheid voor hem. Het idee dat het überhaupt zo kon zijn was al bijzonder. Hoewel hij ooit, lang geleden, een van de prijsbeesten van het werk aan de haak sloeg.
‘Waar zouden we het verder nog over kunnen hebben,?’ bedacht hij zich. Het werk dan maar? Ach, het is nooit een geweldig goed idee om de eerste avond van mijn vrije dagen met iemand af te spreken … Ik ben dan zelf droefgeestig of gewoon niet bij de les …' ‘Wensen jullie nog koffie of dessert?,' vroeg Bram. Tenminste hij dacht toch dat het Bram was. Ze besliste, eigenlijk voor hun beiden en iets te snel naar zijn zin, van niet. Een vrouw die niet voor een dessert gaat wil in feite naar huis. ‘Ik voel me eigenlijk best veilig in dat team van ons,’ probeerde hij nog. Het was stil geworden, alsof ze wachtte, vermoedde hij, totdat hij zou zeggen: ‘Kom, we nemen onze jas.’ ‘Mmm,’ zei ze. ‘Ik niet echt.’ Daar had je de eerste barstjes al, dacht hij, dit is er weer zo één: een teer zieltje, verpakt als zelfverzekerde, zeg maar stoere, zeker met die pet, vrouw. ‘Ik ga even plassen,’ zei hij. ‘Ik moet eigenlijk al van toen we binnen kwamen.’ ‘Oei,’ zei ze, ‘ga dan maar snel.’ ‘Ja, dat is behoorlijk uitzonderlijk,' zei Joost. ‘Dat ik het zo lang kan ophouden, bedoel ik. Meestal, zeg maar de laatste twee jaar of zo, is het een kwestie van onmiddellijk te gaan, vanaf het moment dat ik ook maar de kleinste aandrang voel. Heel gek. Al is dat wel lichtelijk ingebeeld eigenlijk. Want als het er echt op aankomt, houd ik het nog steeds flink op, als een jongeling.’ ‘Ga nu toch maar snel,’ zei ze, wat geveinsd medelijdend.
DE ZAAK ZAT AFGELADEN VOL. Een woensdagavond, twee dagen na Kerst, als de portefeuilles leeg horen te zijn, wordt het geld hier verbrast aan overdreven geprezen voedsel. Hij zakte naar beneden, gelukkig was er niemand op de wc. ‘Hier kan honderd man in de tent, en ze hebben één piscine. Toen hij terug boven kwam, zag hij haar niet onmiddellijk zitten. Hij keek nochtans onmiddellijk naar het juiste tafeltje, daar zat ook die blondine van de berenmuts, alleen leek ze een ander aangezicht te hebben. ‘Misschien zag ik haar nog nooit eerder vanuit deze hoek,’ dacht hij bij zichzelf. ‘Iets van een vijfenveertig graden.’ Het was niet wandelen wat hij deed, naar hun tafeltje, het was schrijden. Of zo voelde het althans. Ze leek plots iets Balkan-achtig te hebben: iets hoekig, in haar jukbeenderen. Haar kaaklijn en haar oogkassen lagen een pak dieper. Het oostblok-type, met een gezicht gekapt met een botte beitel. Hier zat een geblondeerde, gebroken vrouw. In de verste verte niet meer te vergelijken met dat geile ding van vorige zomer. Ze zag, dat beeldde hij zich niet in, eruit als iemand die daar eigenlijk niet langer wilde zijn. Het laatste wat ik nu moet doen is nog eens vragen hoe het met haar gaat.’ Hij kon haar niet echt lezen. ‘Hèhè,’ wist hij niet beter te verzinnen. ‘Dat deed deugd.’ ‘Ja, dat zal wel,' antwoordde ze, een beetje glimlachend en duidelijk niet echt geïnteresseerd. ‘Daar heb je het,’ dacht hij bij zichzelf, ‘een toiletbezoek plan je best zo goed mogelijk. Ofwel helemaal aan het begin van de avond, ofwel aan het eind, in het naar buiten gaan. Een toiletbezoek tijdens een gesprek fnuikt het verhaal, haalt de spanningsboog weg.’ ‘Ja, dat zijn van die dingen waaraan ik merk dat ik toch een dagje ouder word,’ zei hij. ‘Ik heb nog niet te klagen, gelukkig. Want ik plas nog steeds met een flinke straal hoor! Ik wil ze niet te eten geven, de mannen die op mijn leeftijd lopen te sukkelen met hun prostaat. Ik heb geen last. En weet je wat mijn geheim is? Lycopeen. Iedereen begint steeds te lachen, als ik het zeg. Maar warme tomaten, dat is het geheim!’ ‘Hoe kom je erbij?,’ vroeg ze. ‘Ik ging ooit opzoeken hoe het komt dat pornosterren zo’n enorm ejaculaat weten te presteren,’ antwoordde hij. ‘Goedele Liekens beweert dat er met spuitjes wordt gewerkt, tenminste vroeger toch, maar dat geloof ik niet. Het is een kwestie van talent, een aangeboren eigenschap, maar ook een combinatie van goede voeding. Er zijn zowat trucjes: warme tomaat en noten, dat zijn wondermiddeltjes. Ken je Peter North? De koning van het sperma? Die schiet meters ver. Hij had ooit een site waarin hij zijn geheimpje verklapte en dan bleek het om een wondermiddel te gaan, een preparaat dat hij, de gladjanus, in zijn webshop sleet. Nadien bleek het boerenbedrog te zijn. Hij had gewoon het talent.’ ‘Goed, ik ga ook maar eens plassen.’ Het klonk hem bijna erotisch in de oren. Ze glipte naast hem door. Hij keek haar na en zag haar goddelijke achterste dat mooi in de flanellen broek stond.
Het voelde alsof ze lang wegbleef. Misschien voelde hij zich wat beneveld, hoewel dat na die twee glazen fluitjesbier onmogelijk het geval kon zijn. Hij verzonk een beetje in gedachten en stelde vast dat de eters aan de andere tafels ondertussen weg waren of vertrokken. Plots was ze terug. Niet nors, alleen de glimlach ontbrak. Opnieuw had hij de indruk dat hij naar iemand keek die zich stierlijk zat te vervelen. ‘Is er nog iets wat ik voor jullie kan betekenen?,’ klonk een stem uit het niets. ‘Kan ik jullie nog wat brengen?’ Bram weer, of een andere ober die erop leek. ‘Ik begrijp het,’ zei Joost, neutraal. ‘Wij moeten opschuiven.’ Geldwolven als de Walhalla werken met shifts. Tot iets voor acht uur kan je blijven zitten, dan moet je plaats ruimen voor de volgende verbruikers. Napraters brengen niks op en moeten opzouten. ‘Brengt u maar de rekening,’ zei Joost. Die kwam er snel aan. ‘Die is voor mij,’ zei Joost. ‘Nee,’ zei ze. ‘Laten we dat gewoon delen.’ ’Niks van,’ zei hij. ‘Daar gaat het in First Dates ook altijd over. Betaalt de man, dan is hij een uitslover, van de oude stempel, rollenpatroonbevestigend. Betaalt hij niet, dan is hij een krent, een gierigaard. Ik kies voor de uitslover.’ ‘Zo feministisch ben ik nu ook weer niet,’ zei ze. Hij betaalde net geen 92 euro. ‘Oké,’ dacht hij bij zichzelf, ‘ik ben hier dus weer flink genaaid. Voor wat? Voor een stukje illusie?’ Gelukkig had hij zijn verwachtingen niet al te hoog gesteld.
‘Zo,’ zei ze, ‘en nu nog even mijn zeteltje in.’ Ze liet hem niet de kans om nog een voorstel te doen om nog wat te gaan wandelen of te gaan drinken. ‘Waar sta je geparkeerd, dan wandel ik even mee. Wacht, even mijn fiets nemen.’ Op zich was dat geen al te verstandige zet. Hij had gehoopt dat ze misschien gearmd zouden kunnen lopen. Dat deed ze eerder al, op het personeelsfeest. ‘Dit is mijn man,’ had ze toen gezegd. ‘Ach,’ bedacht hij zich, ‘ik was toen wel wat kilo’s lichter. Aantrekkelijker misschien. Ze zat toen toch maar de hele avond naast mij. Ik was toen een beetje de ster. Om de een of andere reden is ze vandaag afstandelijker.’
‘Zo, kom goed thuis,’ zei hij en gaf haar een kus. Van het beleefde type. ‘Het was fijn,’ zei ze. ‘Nog van dat,’ antwoordde hij, maar daar scheen zij verder niet op in te gaan. ’29 januari: ossentong!,’ riep ze na. Dat had hij zichzelf dus aangedaan. Twee weken eerder had hij zijn toehoorders, een beetje onder invloed van de Duvel wellicht, weten warm te maken voor een etentje bij hem thuis. ‘Ik hou het nog even in beraad,’ zei hij. ‘We zien wel.’ Daarna verdween ze de parking in.
HIJ BLEEF NOG EVEN MET DE FIETS AAN DE HAND WANDELEN. Nu stelde zich dus de keuze: zou hij langs de nachtwinkel gaan of rechtstreeks naar huis. ‘Ik heb alleszins al voldoende geslapen,’ dacht Joost. ‘Er kan dus wel wat aan de kwaliteit worden gemorreld.’ De keuze deed zich elke twee weken voor. Drank was niet goed voor hem. Maar geen drank was even lastig. De eerste dag na zeven nachten werken was altijd lastig. De jetlag, of toch een soort van. Het geregelde bestaan van de werkmens versus een teveel aan vrije tijd. ‘Ondanks alle geëmmer over druk-druk-druk komen mensen pas echt in de problemen wanneer ze teveel tijd hebben,’ wist hij steeds te vertellen. ‘Mensen halen burn- en bore-out voortdurend door elkaar.’ Het was behoorlijk rustig op straat. Na het feestgedruis had kennelijk iedereen nu wel wat behoefte aan thuis zijn. Op zevenentwintig december hoef je nergens te zijn. Bijna impulsief sloeg hij een zijstraat in, waarmee de keuze naar de nachtwinkel in feite werd gemaakt. Hoe dichter hij die naderde, hoe meer volk hij tegenkwam. ‘Hier heb je ze,’ zei hij tegen zichzelf. ‘Zij die met hun avond geen blijf weten. De dolers, de eenzamen, de geestesgestoorden, de verstotenen. Hier treffen ze elkaar en wat hun bindt is pep of downers. Energiespul of juist niet voelen. Ze ogen stoer. Of sjofel. In het schijnsel van de vitrine van de nachtwinkel krijgt de marginaliteit een gezicht. Hier begint het straatleven. Om de hoek vinden de gelukkigen die er het geld voor hebben nog enkele uren onderdak. Lotgenotencontact noemen ze dat in de psychiatrie.’ Hij kruiste een dame met een blikje paarse Fanta en een rietje. Ze zou uit een bejaardentehuis kunnen zijn ontsnapt. Maar wellicht woonde ze hier ergens om de hoek. ‘Die nachtwinkels deugen nergens voor,’ dacht hij. ‘Hier ontstaat obesitas, diabetes en alcoholisme. Ik vraag me af wie hier ooit kattenvoer koopt. Of een blik ravioli. Die winkels zitten tot de nok volgestouwd met troep. Wat zouden ze met al die vervallen voedingswaar doen?. Zelf dan maar opeten? Zou er feitelijk ook wat met varkensvlees te koop zijn? Daar ga ik eens op letten.’
(Wordt vervolgd)
Foto: 2024, 28 mei, Herent (België). Foto: Bart Cloots.
コメント