Kessel-Lo, 2 februari 2015
Eerwaarde heer drankduivel
Beste Louis
Ontsteld was ik, toen ik afgelopen week je ware naam ontdekte. Ik moet bekennen dat ik wat anders had verwacht dan dat modale ‘Louis’. Hoewel de link naar Louis XIV, die andere dwaas, snel is gelegd.
Ik zou je willen vragen me met rust te willen laten, mijn waarde Louis. Zie meteen ook daar de reden van dit schrijven. En ook weer niet.
Het typeert allicht de psychopaat, die jij ook bent, het onbesef van de omvang van de schade die hij aanricht. Weinig ontziend, ongehinderd door enige schroom, verschijn je, dag in dag uit. Mocht ik nog enig idee hebben van welk voordeel je eruit puurt, ik zou er vrede mee nemen. Het blijft gissen. Merk op dat ik je tutoyeer.
Een bevredigende relatie, beste Louis, houdt in dat je met zijn tweeën profiteert. Wat betekent dat voor ons? Voor jou? Is het eergevoel? Meedogenloosheid? Absolute macht? Het besef dat jouw volgelingen voor altijd de jouwe zullen zijn, ook al ontzien ze je? En wat dan? Vertel me waarom ik ook nu weer naar jou grijp. Waar heb jij die gave vandaan mij het gevoel te geven dat ik niet zonder jou kan? Tig keren heb ik je al verwenst.
Het gouden randje. Nu ik je te pakken heb is het tijd voor jouw waarheid. Niet meer dan dat ben jij, het gouden randje. Ik heb me de afgelopen jaren flink weten te handhaven zonder jou. Je hebt je vast afgevraagd waar ik soms had uitgehangen. Allicht dat het je krenkt, maar wat ik bereik doe ik meestal zonder jou. Ik heb je daarbij vaak gemist. Het gouden randje, om het af te maken, het goede gevoel te vertweevoudigen. Maar wetende dat je me daags nadien een mes in de rug steekt heeft me ervan weerhouden je daarin te kennen. Als je er niet bent, Louis, is het soms wat minder fijn, doorleefd, heeft het iets van alledaagse waanzin. Maar is het ook beter. Echter.
Ik vraag me af hoe ik met jou een afspraak kan maken. Ik hou van jou. Hoe ik op het punt kan komen dat wij samen een avond kunnen doorbrengen zonder dat je het daarbij van mij probeert te winnen. Ik geef om je, dat weet je. Maar op deze manier kunnen we niet verder. Wie heeft hier eigenlijk een probleem?
Weet dat ik je omarm en dat mijn respect eindeloos is. Dat ik je ook dankbaar ben. Ik ben blij dat je bestaat. Ik vraag alleen dat wat jij niet kent: respect.
Zoals steeds, genegen.
Joost.
Brief voor de cursus Starten met schrijven (Wisper, 2015).
2010, 9 januari , Dublin (Ierland). Foto: Ilse Geens.
Comentários