top of page
  • Foto van schrijverJoost Elli

Noem een kat een kat. En depressie depressie

Dames en heren: ik heb een psychische kwetsbaarheid. Met mijn zelf gestelde diagnose van de majeure depressie ben ik modieus, het mag weer. Modieus, niet hip: want wie hip is lijdt onder een trauma.


Er tekent zich een kentering af in het omgaan met geestelijk onbehagen: de vermeende lichaamskwaal als oorzaak raakt in onbruik. Heel even leek het erop dat hoogsensitiviteit de pandemie werd, maar covid-19 won. De alles afdoende verklaring heet vandaag: trauma! Onder warrige muzikanten en schrijvers is het trauma als kwaliteitslabel klassiek: je bent pas goed als je vreselijke dingen meemaakte. Een nieuwe schare uitvoerders sluit zich daar nu bij aan: je wordt geen radio- of tv-presentator, acteur of zelfs komiek als je niet eerst eens flink bent aangerand, verwaarloosd of gepest.


Het is lastig gelukkig zijn. Een goede vriend komt er nauwelijks nog voor uit dat hij een mooi leven heeft. Hij is bang voor leeghoofd te worden uitgemaakt, VT-Emmer. Hij doet niet aan koeienyoga en heeft ook zonder butthole sunning een gezond libido. Een tegenslag bezweert hij met een koude boulette en twee Ouwen Duikers. Nochtans werd hij in de lagere school door de broeders Slabberdoeken vernederd en fysiek gestraft, was hij op zijn zestiende kaal en verloor hij een jaar later zijn vader na een slepende ziekte. Op zijn vijftigste fluisterde hij mij: “Wat een prachtig leven had ik toch al. Ik kreeg altijd alles wat ik wilde, steeds kwam het goed.” Ik van mijn kant volg al jàren De depressiekuur. Geen traumatrend. De kuur belooft in zes stappen, zonder medicijnen, van de vervelende kwaal af te komen. Voor eens en voor altijd, zette ik er bijna bij. Maar dat blijkt ijdele hoop. Vandaag, deel 1: de work-out!


Af en toe ben ik wat ik de de pré-depressie ben gaan noemen flink beu. Die is haast erger dan de depressie zelf. Het gaat mij niet eens om dat zwartgallige gevoel, die maat voor niks, dat je nodeloos vermoeit, met twijfels die je omdat je ze als je ze maar genoeg kent relativeert: “Och, daar heb je weer een doodswens. Ga je straks weer de beulsknoop oefenen? Pfff.” Het is het punt nét daarna, waarop dat beest aan de andere kant voor de deur staat, en het filosoferen daarover: laat ik ‘m erin of niet? En àls ik ‘m nu binnenlaat, is dat dan barsten of buigen? Misschien is het is er zo eentje die mij omlegt? Mmm, lekker, ‘laat mij allemaal met rust, ik kruip in mijn bed en word nooit meer wakker’, dat klinkt best aantrekkelijk. Maar die zijn schaars. Meestal is het de kwelgeest, iets dat zich verkneukeld in lamleggen - niet omleggen-, lijdensdruk, leedvermaak. Die levenslust en depressie als twee stenen met elkaar laat vechten … Gepaard gaande met de angst om er nooit meer uit te komen. De depressie kan je niet vastnemen. Er is geen fantoompijn, een leegte valt niet te strelen. Er zit geen haakje of oor aan. Je kan de deur niet opendoen en dat ding terugduwen. Je hebt dus twee opties: je laat ze binnen of je negeert ze. Het is A of B, één of twee, het een of het ander. Een beetje tussenin bestaat niet, het is als steriliteit: het is of steriel of niet.


Binnenlaten betekent hier toelaten, het vaakst gehoorde advies. Een van de meest mismeesterde woorden ooit, te pas en te onpas in één adem genoemd met kwetsbaarheid, verhaal en laten zijn, zo vaak gebruikt dat elke waarde ervan teloor is gegaan. Koren op de molen bovendien van de karottentrekker: je miserabel voelen, het toelaten, je er niet tegen verzetten-want-dat-maakt-het-erger zijn af en toe een prima vrijgeleide om niks te hoeven doen. Je kan later nog altijd inhalen, eerst jezelf rust gunnen, eens een dagje niksen, me-time enzovoort. Onder het mom van depressie zijn al vele televisiereeksen gebingewatcht.


Uiteindelijk ga je best gewoon aan de slag. Dat wist Marcus Aurelius al, dat wist Dale Carnegie en dat weet ook Stephen Ilardi, die van zijn kuur. Daar knelt het schoentje: met wàt eigenlijk ga je dan aan de slag? Finaal ben ik zo goed als de helft van mijn dag bezig met op de been te blijven. Dat klinkt als een dierlijk bestaan, niet eens zo onaanlokkelijk, want dieren in het wild zijn niet neerslachtig, meestal in uitstekende fysieke gezondheid, roken en drinken niet, zijn zonder overgewicht en uitgerust. En stellen zich daarbij geen zingevingsvragen.

Alles begint met Eat that frog. Het idee is simpel: begin je dag met je meteen van je grootste rotklus te ontdoen. Het kan er daardoor alleen maar beter op worden. Tegen de dingen aanhikken en uitstellen kost verschrikkelijk veel energie. Een van de beste adviezen die ik oppikte komt uit de MindTuning (ja, ik heb in mijn leven al wel wat geprobeerd): NU kost het minste energie.

Work-outen past me nooit. Ik pep mezelf op, weet dat de pijn van het niet-doen erger is dan de pijn van het doen, en toch is het rekken tot en met. Het concept is nochtans eenvoudig, comfortabel, niet onaangenaam zelfs, sterker nog: ‘vullend’. Ik kijk namelijk, afgezien van tijdens mijn maaltijden, nauwelijks of geen tv, buiten op de hometrainer. Wat precies is de formule: ik moet 35’ minuten op de hometrainer fietsen tegen een minimale polsslag van 120 per minuut, 130 is beter. De tijd die ik steek in erover te rumineren heb ik hem al lang gedaan. En toch. Wat precies houdt me toch tegen? De drempel.

Met iets-tegen-je-zin doen is het vaak zo: verlaag de drempel. Vanaf het moment dat ik er de deur voor uitmoet komt er niks van. Vanaf het moment dat er voorbereiding bij komt kijken blijf ik gewoon in die voorbereidingsfase hangen. Ik moet me ontkleden en mijn sporttenue aandoen. Die bestaat uit een t-shirt aantrekken en een sportbroekje. That’s it. Vroeger deed ik ook mijn sportschoenen aan, maar dat is voorbij: gewoon het shirt, het broekje en mijn Birkenstock-pantoffels. Ik hoor weleens dat sporten lustopwekkend werkt, maar eerlijk gezegd merk ik daar niks van.


Wat te kijken? Merk op: een handeling die ik stel ter preventie van depressie maakt me lastig, ongenietbaar en geeft me keuzestress. Waaruit valt er te kiezen? Het aanbod is eindeloos. Het gevolg is dat ik kijklijsten ben gaan aanleggen. En daarmee in feite een to do-lijst bij heb gecreëerd. Het moet bovendien meteen goed zijn: mijn tijd is dermate beperkt dat ik weinig zin heb in wennen. Het is een vervelende vorm van Fomo. Ik kijk om er toch een beetje bij te horen. Het gigantische aanbood aan streamingsdiensten laat het ergste vermoeden over de gemiddelde tijdbesteding, en niet alleen hier. Maar goed. Het schept ook een band. Enkele jaren geleden in Nepal zag ik in Chyamche, letterlijk het laatste gemotoriseerde dorpje van het Annapurna Circuit, een motor staan met daarop een sticker van Sons Of Anarchy. Misschien brengt eenheidsworst ook wel bij elkaar.


Ik doe er dus alles aan om mijn work-out als aangenaam te beleven. Zo hoop ik te leren dat ik het iets prettig is. Maar de rush, het mooie figuur en wat weet ik nog allemaal, het komt allemaal niet. Ik doe hem, consequent, voor de endorfines in mijn hoofd. Een onverdeeld succes is dat niet: ‘Wat een ellende toch!,” denk ik steeds bij het afstappen.



Vind je deze blog leuk? Geef hem onderaan een hartje! Delen op Facebook of Twitter kan ook: klik op de knop linksonder en klaar.

2022, 5 april, Bierbeek (Zorggroep Sint-Kamillus, campus Krijkelberg ) (België). Foto: Dieter Hermans.


De depressiekuur: zes stappen om zonder medicijnen van je depressie af te komen van Stephen S. Ilardi is erg toegankelijk boek, maar helaas niet langer in het Nederlands verkrijgbaar (hier en daar wel tweedehands en ook in het Engels). Het is een wat ongelukkige benaming (de Therapeutische Levensstijl-verandering) voor een behoorlijk uniek zesstappenprogramma: een dieet dat rijk is aan omega-3, de niet denken maar doen-filosofie, beweging en oefening, het belang van zonlicht (of alleen al daglicht), de noodzaak aan sociale contacten (meedoen) en een gezonde slaap. Vreemd dat dit boekje tamelijk onbekend is gebleven. © juni 2010 Nieuwezijds B.V.


Kijk hier naar een uiteenzetting van de kuur door dr. Ilardi op YouTube. Een beetje langdradig en gedateerd, maar ze geeft een goede indicatie van waarvoor het boek staat.


Meer boeken in dit genre? Ze staan netjes bij elkaar in mijn boekenlijst.

Gerelateerde posts

Alles weergeven
bottom of page